In iets meer dan een week rijden we van oost naar west over wat wel ‘het dak van de wereld’ genoemd wordt, de Pamir Highway van Osh in Kirgizië naar Khorog in Tajikistan, met een omweggetje langs de grens rivier met Afghanistan. Een geweldige ervaring, door kleine dorpjes en kleurige markten, omgeven door de allerhoogste bergen.

het uitzicht op de Pamir Highway

het uitzicht op de Pamir Highway

Om vier uur ’s nachts wordt ik wakker. Ik moet naar de WC. Doorgaans is dat een kwestie van opstaan, naar de badkamer, en dan weer gauw onder de dekens kruipen, maar op 4000 meter hoogte, in Karakul, is het wel anders. De WC is buiten. En buiten is het vreselijk koud. Ik stel het zo lang mogelijk uit, maar uiteindelijk geef ik toch toe. Ik kom onder de stapel dekens vandaan die me warm moet houden – en dat doet ‘ie prima, tot nu! – en ik kleed me aan, warme broek, en een aantal warme truien over elkaar. Ik stommel half op de tast naar buiten, voorzichtig om niet iedereen wakker te maken. Er liggen nog twee andere mensen te slapen in de kamer, en nog een stuk of zes in de rest van het huis. Buiten loop ik om het huis heen, naar het erf waar de WC is, niet meer dan een gat in de grond tussen vier gammele houten planken-muren. Pas dan valt het me op dat het wel heel erg licht is. Ik kijk om me heen, en dan zie ik hem. De maan. Een gigantische zilveren bol, schijnbaar zo dichtbij dat ik hem bijna aan kan raken. Ik sta als aan de grond genageld, en ik vergeet bijna waarom ik naar buiten was gekomen.

De Eerste Passen

Het is onze eerste nacht langs de Pamir Highway, de weg door het Pamir gebergte, de noord flank van de Himalayas in Tajikistan. Overigens is het idee van een highway, een vier- of zesbaans autoweg, in het geheel niet van toepassing hier, het woordje ‘high’ refereert slechts aan de hoogte van het gebergte. Net als de andere ‘highways’ in de Himalayas is deze weg twee-baans, of nog smaller, en op vele plaatsen is het asfalt al lang geleden verdwenen, als het er al ooit geweest is. Waar het nog wel aanwezig is, zitten er vaak grote gaten in, of is het geribbeld door de vele veel te zwaar beladen vrachtwagens die het op hete zomerdagen smeltende asfalt genadeloos kapot gereden hebben. En het moet ook een hele klus zijn dit soort wegen te onderhouden, wegen die vaak in minder-bedeelde landen liggen met een beperkt infrastructuur budget, dat ook nog eens uitgehold wordt door inefficiency en corruptie.

the Kyzil-Art Pass, the border between Kyrgyzstan and Tajikistan

zo ziet de ‘highqway’ eruit op de Kyzil-Art Pass, op de grens tussen Kirgizie en Tajikistan

en zo ziet het wegdek van de Pamir Highway er geasfalteerd uit

en zo ziet het wegdek van de Pamir Highway er geasfalteerd uit

een yurt op de zomer weides in Kirgizie

een yurt op de zomer weides in Kirgizie

Eigenlijk begint de Pamir Highway in Osh, in Kirgizië, maar de eerste honderd kilometer gaat door onschuldig heuvellandschap, waar koeien en schapen en paarden grazen tussen de yurts van de nomadische Kirgiziërs. Het is eind mei, en de nomaden zijn op weg naar de zomer weides, waar ze tot september met hun kuddes zullen kamperen. Vroeger duurde de trek naar boven een paar weken, maar tegenwoordig, met een woonwagen en een four-wheel drive, is het leven een stuk eenvoudiger geworden. Toch worden de yurts nog altijd opgezet, tradities zijn er om in ere te houden. En de dieren, die laten zich niet zo makkelijk in een wagen proppen; hoewel sommige paarden wel degelijk in een truck de passen over gaan, omdat ze anders misschien te veel verzwakken, gaan de meeste kuddes lopend naar de zomer weides, maar wel gewoon over de weg, begeleid door herders op paarden. Ook dit is een prachtig gezicht, tenminste, als je geen haast hebt.

well, yurts and more, really

meer yurts, samengebracht in een yurt-gehucht

yurt and camping wagon

yurt en sta-caravan

some of the horses travel by truck

sommige paarden reizen per vrachtwagen

horses come up to the Too-Ashuu tunnel

maar de meesten maken de tocht naar de zomer weides lopend, over de weg

één van de betere stukken weg, naar de Taldyk Pass

één van de betere stukken weg, naar de Taldyk Pass

en het uitzicht bovenop de Kyzyl-Art Pas

en het uitzicht bovenop de Kyzyl-Art Pas

De laatste twee passen in Kirgizië zijn al een stuk hoger, iets boven de 3500 meter, maar het echte werk begint pas in Tajikistan. Onmiddellijk na de Kirgizische grenspost klimt de weg naar de Kyzyl-Art pas, op 4282 meter hoogte in niemandsland. Hier lijken de groene valleien van de Kirgische heuvels ineens heel ver weg, om ons heen zijn alleen nog maar kale bergen, en besneeuwde toppen. Op een enkele marmot na, geheel verlaten. Of toch niet? Bij het half-vergane huisje van een oud wegwerk complex steken een vrouw en haar paar kinderen het hoofd buiten de deur als we langs rijden. Zo vaak zien ze kennelijk geen autos. Ergens in de verte zullen wel een paar dieren lopen die uit alle macht nog wat gras stengels uit de grond proberen te bemachtigen.

a sneaky photo of the Tajik border, at which we have been looking for an hour or so

de grens overgang naar Tajikistan

1505_12_137 (533x800)

de weg naar Karakul, dorpje aan het gelijknamige meer

Onderaan de helling komt er een eind aan het niemandsland, en passeren we de Tajikse grenspost. Van hier is het nog één 4000 meter-plus pas, en een kilometer of 50 over een woestijnachtige hoogvlakte, naar onze eerste slaapplaats, een homestay in het dorpje Karakul. Waar we aankomen net voordat de allesverblindende zandstorm er ook arriveert.

Het homestay concept behoeft enig uitleg. In veel van de dorpjes langs de Pamir Highway komen niet veel toeristen, en het loont niet om een hotel neer te zetten. Mar de enkele toerist die er wel komt, wil blijven slapen – vooral fiets toerisme is populair, en de fietser die net een enorme bergpas bedwongen heeft, heeft wel even een onderbreking nodig. Dus heeft een lokale NGO mensen getraind om bezoekers onderdak aan te bieden, een soort bed-and-breakfast, zeg maar. Maar omdat er geen gastenkamers zijn, schuift een deel van het gezin een nachtje op, naar de kamer van de rest van het gezin, en wordt de vaak mooiste en grootste kamer afgestaan aan de gast. Die ook nog eens te eten krijgt, een uitgebreide thee tafel bij aankomst, vervolgens avondeten wat de pot schaft, en een stevig ontbijt. En die daar een bescheiden vergoeding voor betaald. Iedereen blij, behalve misschien dat deel van de familie dat een nachtje moest verkassen. En wellicht de aan wat meer comfort gewende toerist: eten en slapen is wel op een tapijtje op de grond, en de WC is, zoals al opgemerkt, buitenshuis.

Een Idyllisch Bergdorpje

a girl arranging the yak dung cakes on the roof

een meisje arrangeert de yak mest die als bandstof gebruikt wordt

girl playing in the afternoon sun in Karakul

kinderen zijn dik aangekleed, zelfs bij het touwtje-springen

open door and red wheel barrow

een open deur en een kruiwagen in Karakul

de moskee en de twee minaretten van Karakul

de moskee en de twee minaretten van Karakul

1505_12_226 (533x800)

‘s ochtends vroeg kringelt er rook uit de schoorsteen van een huisje

De volgende ochtend, de ochtend na de zandstorm, de ochtend na de overvolle maan, maken we vroeg een wandelingetje door het dorp, op het oog een idyllisch plaatsje. ‘Op het oog idyllisch’ slaat op de kleine witte huisjes met blauwe deuren, schitterend gelegen aan het nu spiegelgladde, net zo blauwe meer, omringt door prachtige hoge witte bergen. De zon is al op, en baadt het dorpje is een goudkleurig licht, waarboven de rook van de schoorsteentjes wazig naar boven kruipt. Een klein moskeetje, met twee kleine minaretjes, is half verborgen achter een aantal grotere huizen. Op het dorpsplein staat een enkele aftandse vrachtwagen geparkeerd, tussen de klei-ovens. Maar al gauw steekt de wind weer op, en ondanks de zon is het snel weer bitter-koud, een kou waar zelfs in de zomer nauwelijks aan te ontsnappen valt. Buiten de huisjes staan wel bankjes, maar er zit niemand op. De spelende kinderen hebben dikke jassen aan. Wij zijn hier maar één avond, één nacht en één ochtend, maar hoe zou het zijn om hier je hele leven te moeten wonen?

village woman at work

village woman at work

yak dung cakes drying

yak dung cakes drying

no other options than homestay in this type of villages

het dorpsplein van Karakul

another idyllic picture that looks nicer than reality is, probably

het ziet er ook hier heel idyllisch uit, al zal de werkelijkheid iets genuanceerder zijn

En toch wonen hier al eeuwenlang mensen, getuige de geheimzinnige geo-glyphen in een dal ver voorbij Karakul, en de prehistorische rots-schilderingen in een grot bij Murghab. De rots-schilderingen zijn vrij bescheiden, en niet erg indrukwekkend, maar ze zijn eenvoudig bereikbaar met een auto, een kwartiertje van de weg af, en niet meer dan vijf of tien minuten klimmen van waar je de auto achterlaat. De geo-glyphen, daarentegen, zijn een stuk moeilijker te bereiken. Iets voorbij Karakul draaien we van de Pamir Highway af, ogenschijnlijk in het niets, maar onze chauffeur ziet wel degelijk een pad, volgens hem herkenbaar aan een hoopje stenen, en volgt het een breed dal in. Het ene dal leidt naar het volgende, en nog een volgende, en zo door. Eigenlijk heeft het geheel meer weg van een kale en weidse vlakte van stenen die zich tussen de omringende bergen door slingert; in een ver verleden zijn hier nog eens gletsjers doorheen getrokken, maar die zijn al lang verdwenen. Onderweg, niemand. Of toch? In een van de dalen zit een man, op een steen. We rijden er na toe, en hij blijkt een van de herders te zijn die naar de zomer weides gekomen zijn. Zomerweides? Hier? Ja hoor, de yaks en de schapen zwerven door de gletsjer dalen en vinden op de een of andere manier toch nog voldoende te eten. En een eindje verder ontwaren we inderdaad een kudde yaks, en een yurt, waar de rest van de familie zich ophoudt. Nog een stuk verder, een heel stuk verder, komen we een kapotte auto tegen, van een andere nomaden familie. De vrouwen zijn achtergebleven, de mannen zijn hulp halen. Waar? Onduidelijk. Hoe? Geen idee. Hoe lang dit gaat duren (dat moet toch dagen, zo niet weken zijn, zo ver van de bewoonde wereld)? Geen antwoord. Ze willen niets met ons te maken hebben, ze redden zich wel. En dat zal ook best zo zijn.

the main hunting scene

de pre-historische rots-tekeningen

the view from the cave, as it was thousands of years ago, too - minus the car, of course

het uitzicht vanuit de grot, met alleen onze auto

Marco Polo schapen stellen zich op voor de camera

Marco Polo schapen stellen zich op voor de camera

Weer een dal verder, om een bocht, zien we ineens een groep Marco Polo schapen. Ze hebben ons ook gezien, en zetten het meteen op een lopen, of liever gezegd, op een klimmen, want ze stuiven bijna verticaal omhoog, tegen de bergwand op. Dit zijn de grootste schapen ter wereld, ooit beschreven door de illustere wereldreiziger die op weg naar China ook hier langs is gekomen. Ze worden met uitsterven bedreigd, niet alleen omdat de lokale mensen ze nog wel eens willen vangen voor hun vlees, maar ook omdat rijke buitenlanders grof geld betalen voor een jachtvergunning, plus een fiks bedrag per gedood schaap, en dat alles vanwege de trofee, de geweldige horens van het volgroeide mannetje.

note the shape, and the white and black fields

raadselachtige geo-glyphen

Uiteindelijk komen we bij de geo-glyphen aan, een aantal groepen van in geometrische vormen gearrangeerde witte en zwarte stenen. Duidelijk door mensen neergelegd, maar niemand weet hoe oud dit is, niemand weet wat het betekent. En waarom hier? Iets verderop vinden we een aantal stenen cirkels, binnen- en buiten-randen, met iets dat op een altaar lijkt. Een grafheuvel, misschien? Er is duidelijk nog wel het één en ander te ontdekken, hier, voer voor archeologen.

1505_13_129 (800x533)

maanlandschap op de Akbaital Pas, met 4655 m. het hoogste punt van de Pamir Highway

Murghab, de hoofdstad

a yak, curious about us intruders

een yak, benieuwd naar wat er nu weer aankomt

een raam in Rangkul

een raam in Rangkul

Aan het eind van de tweede dag arriveren we in Rangkul, maar niet nadat we het hoogste punt van de Pamir Highway gepasseerd hebben, de 4655 meter hoge Akbaital Pas. Even de auto uit, en nog een stukje verder omhoog klimmen voor het uitzicht, maar de dikke truien zijn geen partij voor de striemende wind die overall doorheen dringt en ons de adem afsnijdt. Het is steenkoud, en op deze hoogte is een stukje klimmen ook al een hele opgave, dus buiten adem keren we terug in de auto.

two donkey carts on their way to find fire wood

twee ezels-karren op weg om hout te sprokkelen

1505_14_109 (533x800)

twee vrouwen, dik-ingepakt op de markt van Murghab

de markt, die voornamelijk vanuit containers opereerd

de markt, die voornamelijk vanuit containers opereert

een blik op Murghab

een blik op Murghab

Rangkul is bij lange na niet zo idyllisch als Karakul, en de volgende dag rijden we door naar Murghab, de hoofdstad van de East Pamirs provincie. Hoofdstad verhoudt zich tot Amsterdam zoals highway zich verhoudt tot de A2 bij Breukelen. Murghab heeft 10-15,000 inwoners, één bank (die geen Euros wil wisselen, daar is niet genoeg vraag naar), een kunst- en nijverheids centrum dat gedurende de dagen dat wij er waren niet open is geweest, een vanwege de constante harde wind uit containers opererende bazaar, en een heus hotel. Het is alleen dat, volgens de geruchten – die we overigens niet zelf gecheckt hebben – het hotel maar drie WCs heeft, waar ’s ochtends en ’s avonds dus lange rijen voor staan, wat de hygiëne nou ook weer niet ten goede zal komen. Toch maar weer een homestay, dus, of in het geval Murghab, een guesthouse, zowaar met echte bedden in plaats van een kleedje op de grond. En heet water, een luxe die we ook al een poosje niet gehad hebben!

another view of the road, snow walls on the side

de weg is vrijgemaakt van sneeuw, dat zich langs de kanten ophoopt

ice slowly melting on the Bazardera Pass, off trhe Pamir Highway near Alichur

ijspegels smelten langzaam, langs de weg naar de pas

the view from the pass, at 4664 m the highest point of our trip

de view van de Bazerdera Pas

Na een paar dagen Murghab vervolgen we onze weg in westelijke richting. Hoewel we doorgaans met openbaar vervoer reizen, hebben we voor de Pamir Highway gekozen voor een auto met chauffeur, een weliswaar vrij prijzige optie, maar van onschatbare waarde tijdens deze reis, vanwege de flexibiliteit. Probleem met de bussen is dat ze niet noodzakelijkerwijs elke dag gaan, en als ze al gaan, wanneer dat dan gebeurt, terwijl als je er eenmaal inzit, je wel in één keer van A naar B moet reizen, zonder de mogelijkheid te hebben onderweg te stoppen, of af en toe eens van de Pamir Highway af te wijken. En onderweg naar Alichur is dat precies wat we wilden. Ik had gelezen over een oude caravanserai en een locatie met petro-glyphen, rots-gravures, aan het eind van een zijweg, en we besloten die maar eens op te zoeken. Om daar te komen moesten we wel over een nog hogere pas dan we tot nu toe gehad hadden, de Bazardera Pas (4666 meter), op de weg naar een zilvermijn die al sinds de 11de eeuw ontgonnen wordt. Al gauw reden we tussen muren van sneeuw door, naar alle waarschijnlijkheid geruimd door de mensen van de mijn – de zaken gaan goed. En waar we tussen de muren door konden kijken, ontwikkelde zich een al maar spectaculairder landschap om ons heen, met uitgebreide sneeuw vlakten en bevroren meren tussen kale en besneeuwde bergen. Uiteindelijk hebben we noch de caravansarai, noch de petro-glyphen bereikt, en ook de zilvermijn niet. Ergens voorbij de pas was de sneeuw toch iets hoger dan onze auto aan kon, en kwamen we muurvast te zitten. Het heeft ons meer dan een uur gekost om ons weer uit te graven, en met rotsblokken onder de wielen de auto uiteindelijk weer los te krijgen, en toen zijn we maar omgedraaid, veel meer zat er niet op. Maar een prachtige ervaring was het wel!

parts of the Panj River valley are filled with yellow flowers

af en toe een beetje kleur

Naar de Wakhan Vally

De Pamir Highway gaat van Alichur, een onooglijk gehucht aan een meertje op de hoogvlakte waar de weg ook op ligt, min of meer rechtdoor naar Khorog, het einde van de Pamir Highway. Maar er is een alternatieve route, die iets zuidelijker loopt, langs de Wakhan Corridor. Dit is een tot Afghanistan behorende strook land, een pannesteeltje op de kaart, dat Pakistan – het vroegere Brits Indië – scheidt van Tajikistan – in die tijd onderdeel van Tsarist Rusland. Deze geheel artificiële grens zone werd gecreëerd als buffer bij het vredes verdrag van 1895 dat een einde maakten aan de Great Game, de term die gebruikt wordt voor het schimmige spionage-spel dat gespeeld werd door de twee 19de eeuwse machtsblokken in de toen nog grotendeels niet-gekarteerde Himalayas. Complete waanzin natuurlijk, de strook land is op sommige plaatsen niet breder dan 20 kilometer, en de mensen aan beide kanten van de grens zijn etnisch niet verschillend, en spreken dezelfde taal, maar zo zijn er wel meer tegenwoordige landsgrenzen die alle logica tarten.

Net voorbij Alichur is de splitsing, linksaf naar de Wakhan Vallei. Nog een pas, nog een paar bevroren meertjes, en dan dalen we af naar de rivier die de grens met Afghanistan vormt. Eerst komen we bij de Pamir Rivier, een nogal bescheiden stroompje voor die naam. Er is hier wel een militair check point, maar dat lijkt een futiele maatregel. De rivier is op veel plaatsen zo ondiep dat er vrij gemakkelijk met een four-wheel drive doorheen gereden kan worden, of met een grote vrachtwagen. Dat is zeker in het verleden gebeurd, op momenten dat er voedselhulp en andere goederen naar Afghanistan gebracht moesten worden, en het zou me niets verbazen als het nu weer op grote schaal gebeurt, de andere kant op, om heroïne uit Afghanistan te smokkelen. Dat zou op z’n minst een verklaring zijn voor de vele grote villas aan deze kant van de grens, die we in de dagen die voor ons liggen nog zullen zien, en die nogal contrasteren met de algemene armoede in dit gebied.

Langar, with gardens and tree-lined streets the greenest willage we have seen for a while

in Langar zien we voor het eerst sinds dagen weer groene bomen

1505_18_046 (800x533)

gehucht aan de Afghaanse kant van de rivier

a kudde schapen op de kale helling

a kudde schapen op de kale helling

Het is slecht weer, zwaar bewolkt, en dat is jammer, want zo blijven de echt grote pieken, zoals de Pik Karl Marx aan de Tajikse kant en de vele toppen van de Hindu Kush aan Afghaanse zijde, voor ons verborgen. Maar de 6320 meter hoge Koh-i-Pamir is een baken waarop we ons op kunnen richten, een geweldig plateau aan de andere kant van de grens rivier. Die rivier stroomt een eindje verder, bij Langar, in de veel grotere Panj Rivier, die verder de grens met Afghanistan zal bepalen. (Overigens wordt de Panj een eind verder stroomafwaarts de Oxus, één van die magische rivieren uit de oudheid, waar Alexander de Grote ooit nog eens overheen getrokken is op weg naar India.) De overkant is alles wat ik van Afghanistan verwacht, imposante kale berghellingen en kleine, compacte dorpjes, gehuchten eigenlijk, met niet meer dan tien of twaalf huizen. En gewone mensen, kinderen die in de rivier spelen, vrouwen die er emmers water uithalen. Mannen die met kuddes schapen en yaks de hellingen afstruinen, op zoek naar een beetje gras.

whilst this is a recent, even more stylilised addition

en een recente copy-cat

1505_15_168_2 (534x800)

petro-glyphen boven Langar, hier een ibex

4th Century Buddhist stupa near the village of Vrang

4de eeuws Boedist stupa

het Yamchum fort

het Yamchum fort

another Soviet watch tower, fairly complete still

een wacht-toren uit de Sovjet tijd

de weg langs de grens rivier

de weg langs de grens rivier

een huisje in Vrang

een huisje in Vrang

In Langar zien we voor het eerst weer groen, na al die dagen in het hooggebergte van de East Pamirs. Langs de straten staan bomen – populieren en wilgen -, en tegen de bergwand op worden akkers geïrrigeerd met een complex systeem van kanaaltjes die water van de bergen naar de velden voeren. Maar zodra we het dorp uit zijn, verder stroomafwaarts, is het weer afgelopen met de irrigatie, en is de vallei weer kaal, slechts van steen. Wel kunnen we hier verschillende door mensen gemaakte attracties aanschouwen, meer dan in de East Pamirs. Zo vinden we eindelijk petro-glyphen, op de helling boven Langar, al is het soms moeilijk het onderscheid te maken tussen de 5000 jaar oude gravures en recente copy-cat graffiti. Ook is er een Boeddhist stupa, door mensen gemaakte grotten en een oude begraafplaats net buiten het dorpje Vrang. En langs de rivier staat een aantal forten en kastelen, de oudste, het Khakha Fort, mogelijk daterend uit de 3de eeuw, en het beter bewaarde Yamchun Fort uit waarschijnlijk de 12de eeuw, al zullen deze structuren vele malen herbouwd, en   hergebruikt, zijn. Ook het Rode Leger uit de Sovjet tijd is er gelegerd geweest. Er zijn trouwens wel meer sporen van de Sovjets, zoals de vele uitkijktorens langs de rivier, sommigen nog in puike staat, anderen geheel gestript van alles dat los kan.

Maar het hoogtepunt is toch wel een bezoek aan één van de warme bronnen, de Bibi Fatima Springs. Het concept van de warme bron als toeristen attractie is hier nog niet erg ontwikkeld, de bronnen zijn vooral een mogelijkheid voor de lokale bevolking om eens een warm bad te nemen. Probleem is dat er maar één bad is, en vrouwen en mannen natuurlijk wel gescheiden moeten worden, geen Zweedse sauna taferelen hier. Dus is het bad om en om een kwartier voor vrouwen, en dan een kwartier voor mannen gereserveerd. Behalve dan dat mannen wat ongeduldig zijn, dus na een minuut of tien al de druk op de vrouwen opvoeren om toch vooral weer op te stappen – al waren die mannen niet opgewassen tegen de reactie van mijn Westerse vrouw. De accommodatie is erg simpel, er zijn geen kleedhokjes en je trekt je kleren dus uit op de betonnen trap. Er zijn geen haken aan de muur, of stoelen, dus waar je je kleren laat is jouw probleem. Vervolgens daal je af langs de glibberige trap, en dompel je je onder in het, inderdaad erg plezierige warme water. Zo hier en daar komt er ook een stroom uit het plafond, door natuurlijke barsten in het gesteente, die zo uitstekende douches creëren. En als je er weer genoeg van hebt, of als de dames op de deur staan te bonken, kom je het water weer uit, afdrogen met je zelf meegebrachte handdoek, en terug de buitenlucht in. In mijn geval, de kou: het was net begonnen te sneeuwen!

trader mobilising his goods for the Afghan market at Ishkashim

koopwaar worden aangevoerd naar de Afghaanse markt at Ishkashim

De Afghanen

karre-lading voor de markt

karre-lading voor de markt

De Panj Rivier stroomt een tijdje in zuidwestelijke richting. Daar waar hij terugbuigt naar het noorden, daar waar ook de Wakhan Corridor eindigt, ligt het plaatsje Ishkashim. Objectief gezien is Ishkashim drie keer niets, natuurlijk, maar vergeleken met wat we de afgelopen dagen aan bewoonde wereld hebben gezien, is het een oase van urbanisatie. De straten zijn verhard, er zijn trottoirs, en ze hebben er zelfs een stoplicht! Niet dat dat gerespecteerd wordt, en is ook niet zoveel verkeer, maar het is toch een beginnetje voor onze herintroductie in de wat meer ontwikkelde wereld.

Afghan market portrait gallery 05

portret, Afghaanse markt

Afghan market portrait gallery 01

portret, Afghaanse markt

Afghan market portrait gallery 07

portret, Afghaanse markt

Afghan market portrait gallery 02

portret, Afghaanse markt

a gentleman seller

portret, Afghaanse markt

1505_16_164 (534x800)

portret, Afghaanse markt

Van groter belang, echter, is dat er net buiten Ishkashim iedere zaterdagochtend markt is, een markt waar niet alleen Tajiken, maar ook Afghanen komen. Kopers en verkopers stromen vanaf een uur of tien naar een groot, leeg eiland in de rivier, dat aan twee kanten met bruggen verbonden is aan het vaste land. Volgens de verhalen die ik gehoord heb, is hier werkelijk van alles te koop, tot pure heroïne en Kalasjnikovs aan toe. Uiteindelijk valt de uitgebreidheid van de markt wel mee, de heroïne wordt in ieder geval niet openlijk verkocht en de enige vuurwapens die we zien – behalve die van de zwaar-bewapende militairen bij de bruggen – zijn speelgoed-geweertjes. Maar de markt is wel een feest van kleuren en kleding, en van prachtige mensen die er doorgaans geen enkel bezwaar tegen hebben zich te laten fotograferen. Keer op keer worden nieuwe karren en kruiwagens door de menigte geduwd en uitgeladen op grote plastic zeilen die op de keien van het eiland zijn uitgespreid. En iedere nieuwe lading trekt weer hordes kopers, die allemaal eerste keus willen hebben en zich verdringen om de stapels goederen. Maar we moeten verder, en na een paar uur halen we onze paspoorten weer op, die we bij de Tajikse grenswachten hebben achtergelaten, en rijden we door naar Khorog. Naar het eindpunt van de Pamir Highway.

twee Afghaanse mannen op de markt

twee Afghaanse mannen op de markt

één van de pieken in Tajikistan, Pik Engels (niet ver van Pik Karl Marx)

één van de pieken in Tajikistan, Pik Engels (niet ver van Pik Karl Marx)

Tagged with →  

One Response to De Pamir Highway

  1. marianne says:

    Hartstikke bedankt voor dit mooie bericht.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *